All posts by roos_dick

Beperk belastingheffing in box 3

Schulden komen in mindering op het vermogen in box 3. Dat geldt echter niet voor belastingschulden. Alleen erfbelastingschulden kunnen als schuld in box 3 worden opgevoerd. U kunt de belastingheffing in box 3 beperken door uw belastingschulden voor de jaarwisseling te betalen. Als u verwacht dat u belasting moet (bij)betalen, is het raadzaam om de Belastingdienst te vragen om een voorlopige aanslag of om een aangifte in te dienen en de aanslag voor de peildatum te betalen. Heeft u het verzoek uiterlijk acht weken voor het einde van het jaar gedaan, maar heeft de Belastingdienst nog niet of te laat gereageerd op het verzoek, dan mag u het nog niet betaalde bedrag wel als schuld in box 3 aanmerken.

Maak gebruik van de vrijstellingen

Er bestaan diverse vrijstellingen in box 3, bijvoorbeeld voor voorwerpen van kunst en wetenschap en voor groene beleggingen. Het kan aantrekkelijk zijn om belast vermogen (tijdelijk) om te zetten in vrijgesteld vermogen. Belegt u groen, dan bespaart u niet alleen belasting in box 3, maar profiteert u ook van een extra heffingskorting in box 1 van 0,7% van de waarde van de vrijgestelde beleggingen. Voor groene beleggingen geldt een vrijstelling van maximaal € 59.477 per persoon (€ 118.974 voor fiscale partners).

Bron: Overig | publicatie | 10-11-2020

Giften

Voor de aftrek van giften aan het algemeen nut beogende instellingen en aan steunstichtingen SBBI geldt een drempel van 1% van het verzamelinkomen van u en uw fiscale partner samen, met een minimum van € 60. Betaal de geplande giften voor twee jaar in één jaar om de invloed van de aftrekdrempel te beperken. Voor giften in de vorm van een periodieke uitkering met een looptijd van ten minste vijf jaar geldt de aftrekdrempel niet.

Bron: Overig | publicatie | 10-11-2020

Vraag middeling aan

Mensen met een sterk wisselend inkomen in box 1 kunnen met een beroep op de middelingsregeling een vermindering van belasting verkrijgen. De inkomens over drie opeenvolgende kalenderjaren worden gemiddeld, waarna de belasting per jaar over het gemiddelde inkomen wordt berekend. Het verschil tussen de eerder berekende belasting en de herrekende belasting, verminderd met een drempelbedrag van € 545, wordt op verzoek teruggegeven. Een verzoek om toepassing van de middelingsregeling moet binnen 36 maanden nadat de laatste aanslag over de drie kalenderjaren van het middelingstijdvak definitief vaststaat bij de Belastingdienst worden ingediend. Als het verzoek later wordt ingediend hoeft de Belastingdienst het verzoek niet in behandeling te nemen. Kalenderjaren die eenmaal in een middeling zijn betrokken kunnen niet in een ander middelingsverzoek worden betrokken, tenzij een eerdere middelingsteruggaaf ongedaan is gemaakt.

Bron: Overig | publicatie | 10-11-2020

Derde nota van wijziging Verzamelwet SZW 2021

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft een derde nota van wijziging op het wetsvoorstel Verzamelwet SZW 2021 naar de Tweede Kamer gestuurd. De nota bevat een tweetal wijzigingen. De eerste wijziging betreft de verlaging van de tegemoetkomingen in het kader van de Wet tegemoetkomingen loondomein. Deze verlaging dient ter dekking van de vertraagde verhoging van de AOW-leeftijd als onderdeel van het pensioenakkoord. Het hoge tarief van het lage-inkomensvoordeel (LIV) van maximaal € 2.000 is in verband daarmee met ingang van 2020 gehalveerd. Via deze nota van wijziging wordt het LIV-tarief per 2021 verder verlaagd. Het bedrag per verloond uur van het LIV wordt verlaagd van € 0,51 naar € 0,49. Het huidige maximum van € 1.000 per jaar wordt evenredig verlaagd naar € 960.

De tweede wijziging heeft betrekking op de Wajong. Het betreft een aparte regeling voor de groep in de Wajong 2010 die werkt en vanwege de inwerkingtreding van de Wet vereenvoudiging Wajong niet de mogelijkheid heeft om in de voortgezette werkregeling te stromen. De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft bij de behandeling van de Wet vereenvoudiging Wajong toegezegd deze aparte regeling door te voeren via een nota van wijziging op het wetsvoorstel Verzamelwet SZW 2021.

Bron: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | wetsvoorstel | 2020-0000144383, 35494 | 29-10-2020

Uitstel aanvraag vaststelling NOW-2

In een brief aan de Tweede Kamer schrijft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid dat de openstelling van het vaststellingsloket voor de NOW-2 wordt uitgesteld van 15 november 2020 naar 15 april 2021. De aanleiding hiervoor is de werkbelasting van het UWV. Aanvragen voor vaststelling van de NOW-1 kunnen sinds 7 oktober jl. worden ingediend. Aanvragen van subsidie (dus niet de vaststelling daarvan) voor de NOW-3 is mogelijk vanaf 16 november. Naar verwachting kunnen de volgende tranches van de NOW-3 vanaf 15 februari respectievelijk 17 mei 2021 worden aangevraagd.

De minister deelt in de brief verder mee, dat bij terugvordering van bedragen, die onder de NOW-1 zijn betaald, een ondergrens van € 500 zal worden gehanteerd. In voorkomende gevallen krijgt de werkgever wel een terugvorderingsbeschikking voor een lager bedrag, maar hoeft hij dat niet terug te betalen.

Bron: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | publicatie | 2020-0000142747 | 25-10-2020

Versoepeld uitstelbeleid belastingschulden verlengd tot 1 januari 2021

De staatssecretarissen van Financiën hebben in een brief aan de Tweede Kamer meegedeeld dat het versoepelde uitstelbeleid van de Belastingdienst is verlengd tot 1 januari 2021. Dit beleid was per 1 oktober geëindigd, waardoor het uitstel uiterlijk op 31 december 2020 afliep. Ondernemers kunnen nu tot 1 januari een verzoek om uitstel op grond van het versoepelde beleid indienen. De verlenging geldt zowel voor ondernemers die niet eerder om uitstel hebben verzocht als voor ondernemers die dat nogmaals willen doen. Na afloop van de uitstelperiode komen de ondernemers in aanmerking voor de aflossingsregeling van 36 maanden voor de openstaande belastingschuld, mits zij aan de voorwaarden voldoen van het beleidsbesluit.

Bron: Ministerie van Financiën | publicatie | 2020-0000212840 | 02-11-2020

Verlenging afspraken grensarbeiders

De afspraken die Duitsland en Nederland hebben gemaakt over de behandeling van grensarbeiders ten tijde van de coronacrisis zijn verlengd tot en met 31 december 2020. De afspraken betreffen de fiscale kwalificatie van thuiswerkdagen die het gevolg zijn van de coronacrisis en een tijdelijke vrijstelling in Nederland van enkele Duitse socialezekerheidsuitkeringen. De vrijstelling geldt voor het Kurzarbeitergeld, het Insolvenzgeld en het Arbeitslosengeld.

Bron: Ministerie van Financiën | publicatie | Staatscourant 2020 nr. 56447 | 26-10-2020

Tijdelijke Coronawet aangenomen

De Eerste Kamer heeft de tijdelijke Coronawet aangenomen. Deze wet vervangt de bestaande noodverordeningen en moet de coronamaatregelen een structurele juridische grondslag geven. De wet geldt in eerste aanleg voor drie maanden.

De Eerste Kamer heeft een tweetal moties met betrekking tot de tijdelijke Coronawet aangenomen. De eerste motie verzoekt de regering om voor iedere maatregel en/of ministeriële regeling op basis van de Coronawet vooraf concrete, toetsbare indicatoren vast te leggen. De tweede motie betreft een verzoek aan de regering om mogelijk te maken dat de Eerste en Tweede Kamer zeggenschap krijgen over verlenging van de wet.

De wet treedt op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip in werking. Dat tijdstip kan voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend worden vastgesteld.

Bron: Overig | wetsvoorstel | 26-10-2020

Extra maatregelen coronacrisis

Het kabinet heeft een uitbreiding van het pakket aan maatregelen ter bestrijding van de coronacrisis aangekondigd. Het gaat om de volgende maatregelen.

Subsidieregeling voorraad- en aanpassingskosten horeca
Ter compensatie van de kosten die de horeca heeft door de gedwongen sluiting wordt een eenmalige subsidie verstrekt. Deze subsidie bedraagt 2,75% van de omzetderving voor eet- en drinkgelegenheden. Bij de uitvoering van deze regeling wordt aansluiting gezocht bij de TVL-regeling. Naar verwachting is het vanaf medio november mogelijk om de TVL, inclusief de nieuwe subsidie voor de horeca, aan te vragen.

Tijdelijke verbreding van de TVL
Het kabinet heeft besloten om de TVL in het vierde kwartaal van 2020 open te stellen voor alle sectoren. Dat betekent dat de SBI-code-afbakening ter vaststelling van de doelgroep voor deze periode komt te vervallen. De bestaande voorwaarden voor een uitkering uit de TVL blijven gelden. De SBI-codes worden wel gebruikt voor de vaststelling van de hoogte van de vaste lasten. Krediet- en financiële instellingen zijn uitgezonderd van de TVL.

Evenementenbranchemodule
Vanwege de seizoensafhankelijkheid van de evenementenbranche heeft het kabinet besloten eenmalig een module in de TVL op te nemen voor deze branche. Een onderneming komt voor de module in aanmerking wanneer:

  • De onderneming wel voor TVL 1.0 in aanmerking is gekomen, maar niet voor TVL in het vierde kwartaal omdat de referentieomzet te laag is.
  • De SBI-code van de onderneming evenement-gerelateerd is.
  • De onderneming aantoonbaar minimaal één festival of evenement heeft georganiseerd of voor minimaal 70% van de omzet afhankelijk is van levering aan festivals of evenementen.

De hoogte van de uitkering is gebaseerd op de hoogte van de TVL 1.0 subsidie van de onderneming.

Premiemaatregel voor overwerk
Sinds de invoering van de Wet arbeidsmarkt in balans per 1 januari 2020 betalen werkgevers een lage WW-premie voor vaste contracten en een hoge WW-premie voor flexibele contracten. Werkgevers moeten ook de hoge WW-premie betalen voor vaste werknemers die in een kalenderjaar meer dan 30% hebben overgewerkt. Deze regeling is voor het jaar 2020 opgeschort. Omdat ook in 2021 in bepaalde sectoren veel overwerk nodig zal zijn als gevolg van corona, hoeft ook in 2021 bij meer dan 30% overwerk de hoge WW-premie niet te worden betaald. De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid werkt deze aanpassing op korte termijn uit.

Verlenging Garantieregelingen
De corona garantie-instrumenten en de financieringsregelingen COL worden verlengd tot en met 30 juni 2021. De regeling BMKB-C wordt verlengd tot eind 2021.

Cultuur
Het kabinet heeft voor de cultuursector € 482 miljoen extra beschikbaar gesteld voor de eerste helft van 2021. Dit bedrag komt bovenop de generieke steunmaatregelen waarvan de sector gebruik kan maken. Het steunpakket moet nog worden uitgewerkt en kan naar verwachting op 16 november aan de Tweede Kamer worden aangeboden. Het kabinet stelt € 40 miljoen beschikbaar voor de niet-gesubsidieerde cultuursector.

Sportverenigingen
Eerder dit jaar zijn sportverenigingen, die hun accommodatie huren, gecompenseerd voor hun vaste lasten via de regeling Tegemoetkoming Verhuurders Sportaccommodaties (TVS). De verenigingen, die de accommodatie in eigendom hebben, zijn toen gecompenseerd via de regeling Tegemoetkoming Amateursportorganisaties (TASO). Dit sport-specifieke pakket wordt aangepast en opnieuw opengesteld voor de periode van 1 oktober t/m 31 december. Daarnaast kan de sportsector, als aan de geldende voorwaarden voldaan wordt, gebruik maken van de generieke steunmaatregelen.

Bron: Ministerie van Financiën | publicatie | CE-AEP / 20270015 | 26-10-2020