Gedrags- en Beroepsregels NOAB

Inleiding:

Deze Gedrags- en Beroepsregels omkaderen de bijzondere maatschappelijke positie van een NOAB-lid: het deskundig handelen naar de in onze samenleving geldende ethische normen en het erkennen van een maatschappelijke verantwoordelijkheid in deze. Deze regels geven houvast aan het NOAB-lid, zijn klanten en het maatschappelijk speelveld. Tevens vormen zij een toetsingskader voor de Tuchtrechter.

Gehanteerde definities in dit reglement:

  • NOAB-lid: NOAB kent maar één soort leden, namelijk zij die zijn toegelaten conform de statuten.
  • Deskundige: degene die verondersteld wordt kennis van zaken te hebben.
  • Afschriften: kopieën zowel op papier als gedigitaliseerd.
  • Retentierecht: het retentierecht is de bevoegdheid die aan een schuldeiser toekomt om de nakoming van een verplichting tot afgifte van een zaak aan zijn schuldenaar op te schorten, totdat zijn vordering wordt voldaan.

Artikel 1

Een NOAB-lid dient in de uitoefening van zijn beroep c.q. voering van zijn bedrijf zijn werkzaamheden deskundig, eerlijk en oprecht te verrichten. Hij neemt daarbij de huidige in onze samenleving geldende ethische normen in acht en geeft zich daarbij rekenschap van zijn bijzondere positie en neemt zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid in deze wanneer hij daarbij zoekt naar het evenwicht tussen het belang van de klant en het maatschappelijk belang.

Toelichting:

Hiermede wordt verwoord hetgeen in het beleidsplan 2016-2018 reeds naar voren is gekomen: deskundig handelen naar de in onze samenleving geldende ethische normen en het erkennen van een maatschappelijke verantwoordelijkheid in deze.

Artikel 2

Door de aanvaarding van het lidmaatschap van NOAB verplicht ieder NOAB-lid zich te onderwerpen aan deze gedrags- en beroepsregels, alsmede aan de uitspraken van het, door NOAB ingestelde Tuchtcollege en College van Beroep, met de daaraan verleende bevoegdheden, op een wijze en binnen een termijn zoals deze door NOAB zijn vastgesteld, vanaf de datum van ingang van het gekwalificeerd lidmaatschap, tot en met de datum van beëindiging van het lidmaatschap.

Artikel 3

De verantwoordelijkheid voor het resultaat van de door het NOAB-lid ten behoeve van zijn klant verrichte werkzaamheden (onder meer inhoudende het voeren van administraties, het opstellen van de daaruit voortvloeiende rapporten en andere verantwoordingen, het verzorgen van de fiscale aangiften, alsmede het geven van adviezen en het verstrekken van verklaringen) berust bij het NOAB-lid, tenzij wordt aangetoond of aannemelijk is gemaakt, dat door of namens de klant onjuiste en/of onvolledige gegevens zijn verstrekt, welke onjuistheid en/of onvolledigheid van directe invloed is (geweest) op het resultaat van de door het NOAB-lid verrichte werkzaamheden.

Toelichting:

Deze bepaling dient men niet te verwarren met artikel 18 van het kwaliteitsvoorschrift waarin bepaald wordt dat de klant verantwoordelijk blijft voor de financiële informatie en voor de basis waarop deze is opgesteld en gepresenteerd.

Artikel 4

Indien een NOAB-lid betrokken is bij of in verband wordt gebracht met niet-integer handelen van een klant, neemt hij een maatregel gericht op het beëindigen van dithandelen. Indien de maatregel niet mogelijk is distantieert het NOAB-lid zich van het niet-integer handelen, afhankelijk van de omvang van dit handelen, door de opdracht terug te geven.

Toelichting:

Dit ontslaat het NOAB-lid niet van de verplichtingen voortvloeiende uit de WWFT (Wet ter voorkoming Wit- wassen en Financiering Terrorisme).

Niet ieder niet-integer handelen veronderstelt dat de opdracht teruggegeven dient te worden. Daarvoor dient het materieel zijn. De materialiteit wordt in eerste instantie door het NOAB-lid zelf gewogen. Bij twijfel kan hij spiegelen met de vertrouwenspersoon of collega’s. Het NOAB-lid neemt hierin zijn eigen verant- woordelijkheid.

Artikel 5

Een NOAB-lid dient zich bij de uitoefening van zijn werkzaamheden te onthouden van discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook.

Artikel 6

Een NOAB-lid dient ervoor zorg te dragen, dat aan anderen geen mededelingen worden gedaan omtrent zaken met een vertrouwelijk karakter, waarvan in het kader van de uitvoering van een hem verleende opdracht door hem of een van zijn werknemers kennis wordt genomen. Deze plicht geldt niet voor zover de uitvoering van die opdracht het doen van zodanige mededelingen vereist. Deze plicht geldt ook niet wanneer hij door de klant (deels) van deze verplichting is ontheven, op hem een wettelijke of op de wet gebaseerde verplichting rust tot openbaarmaking, dan wel openbaarmaking noodzakelijk is voor de verdediging van zijn eigen belangen. De geheimhoudingsverplichting vervalt jegens NOAB indien gegevens verstrekt c.q. ter inzage dienen te worden gegeven in het kader van de (her)kwalificatie- c.q. toetsingsprocedures van NOAB. NOAB draagt op dat moment zorg voor de vertrouwelijkheid van de verkregen gegevens en borgt dat deze slechts gebruikt worden voor het doel waarvoor ze zijn verstrekt.

Artikel 7

Een NOAB-lid zorgt dat de adviezen en mededelingen, die hij in de uitoefening van zijn beroep c.q. voering van het bedrijf doet uitgaan, zijn naam vermelden.

Artikel 8

Een NOAB-lid zal, ingeval hij ten behoeve van zijn klant de medewerking inroept van een derde-deskundige aansprakelijk zijn voor de betaling van de daarop betrekking hebbende declaraties binnen de daarvoor vermelde termijn. Dit is niet van toepassing in die situaties waarin het NOAB-lid op uitdrukkelijk verzoek van zijn klant een bepaalde derde-deskundige inroept en waarbij wordt overeengekomen met de derde-deskundige dat deze rechtstreeks aan de klant factureert.

Toelichting:

Een derde-deskundige moet erop kunnen vertrouwen dat zijn declaratie betaald zal worden. Een NOAB-lid kent zijn klant dermate goed dat hij kan instaan voor de betaling. Indien dit laatste niet het geval is dient de derde- deskundige zelf de afweging te kunnen maken of hij rechtstreeks zaken wil doen met de klant.

Artikel 9

Een NOAB-lid is gehouden, zich bij de uitoefening van zijn beroep c.q. voering van zijn bedrijf te richten naar de algemene leveringsvoorwaarden van NOAB zoals deze zijn gedeponeerd ter Griffie van de rechtbank Oost-Brabant. Hij is daarnaast verplicht dit duidelijk kenbaar te maken aan de klant voordat met de werkzaamheden een aanvang wordt genomen.

Het bestuur van NOAB kan ten aanzien van het bovenstaande dispensatie verlenen indien gebruik wordt gemaakt van leveringsvoorwaarden die de cliënt vergelijkbare waarborgen bieden. Het bestuur bepaalt welke voorwaarden hiervoor in aanmerking komen.

Artikel 10

Een NOAB-lid is verplicht van de in de uitoefening van zijn beroep c.q. voering van zijn bedrijf ten behoeve van een klant gevoerde correspondentie en gewisselde stukken afschriften aan die klant te zenden, zodra en voor zover deze dat vraagt.

Artikel 11

Een NOAB-lid is gehouden een beroepsaansprakelijkheidsverzekering af te sluiten en deze gedurende het lidmaatschap te continueren. De beroepsaansprakelijkheidsverzekering dient minimaal alle werkzaamheden zoals omschreven in artikel 2 Reglement van (Her)Kwalificering en Toelating te dekken. Het bestuur bepaalt de hoogte van het te verzekeren bedrag en overige aanvullende voorwaarden.

Artikel 12

Een NOAB-lid wordt geacht op de hoogte te zijn van wetgeving die betrekking heeft op de eigen kantoororganisatie en de te verrichten werkzaamheden voor de klant. Daarbij valt o.a. te denken aan de WWFT (Wet ter voorkoming van Witwassen en Financiering Terrorisme) en de WBP (Wet Bescherming Persoonsgegevens). Naleving is verplicht en wordt getoetst.

Artikel 13

Een NOAB-lid zal zich onthouden van doelgerichte werving onder klanten waarvan hij weet of had moeten weten dat deze reeds klant zijn bij een collega NOAB-lid.

Toelichting:

Hiermede wordt uiting gegeven van een fatsoensnorm, namelijk collegiaal gedrag. Het woord “doelgerichte” geeft aan dat er sprake is van opzet en voorbedachte rade. Dit artikel probeert niet in het algemeen te voorko- men dat klanten overgaan naar een ander kantoor, maar wijst oncollegiaal gedrag van de hand.

Artikel 14

Een NOAB-lid zal zich onthouden van doelgerichte werving onder personeel waarvan hij weet of had moeten weten dat die reeds in dienst zijn bij een collega NOAB-lid.

Toelichting:

Hiermede wordt uiting gegeven van een fatsoensnorm, namelijk collegiaal gedrag. Het woord “doelgerichte” geeft aan dat er sprake is van opzet en voorbedachte rade. Dit artikel probeert niet in het algemeen te voorko- men dat personeel overgaat naar een ander kantoor, maar wijst oncollegiaal gedrag van de hand.

Artikel 15

Een aspirant overlegt ten behoeve van toelating tot het lidmaatschap, een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) conform door NOAB vastgestelde eisen. De VOG dient te worden verstrekt door alle eigenaren/vennoten van de organisatie.

Artikel 16

Een NOAB-lid is verplicht het bestuur schriftelijk in kennis te stellen indien:

  1. hij strafrechtelijk is veroordeeld voor een werkgerelateerd misdrijf; dan wel
  2. aan hem een bestuurlijke boete is opgelegd wegens een overtreding begaan bij zijn werkzaamheden; dan wel
  3. aan hem met betrekking tot zijn eigen belastingverplichtingen een vergrijpboete is opgelegd.

Toelichting:

Afdoening van strafzaken door middel van transacties of strafbeschikkingen hoeven niet te worden gemeld.

Een werkgerelateerde bestuurlijke boete dient ook gemeld te worden. Hierbij kan primair gedacht worden aan bestuurlijke boetes wegens het medeplegen, opdracht geven tot of leiding geven aan een fiscaal delict (artikel 5:1 van de Algemene wet bestuursrecht (AWB) jo. De artikelen 67a tot en met 67q van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR)). Ook andere bestuurlijke boetes vallen onder de meldplicht, zoals boetes opgelegd door het Bureau Financieel Toezicht in verband met overtreding van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (WWFT).

Overtreding begaan ‘bij zijn werkzaamheden’ moet ruim worden uitgelegd. Indien leden naast hun kernactiviteiten als NOAB-lid nog andere diensten aanbieden, zoals diensten die onder de werking van de Wet Financieel Toezicht (WFT) vallen, dienen boetes in dat kader opgelegd, bijvoorbeeld door de Autoriteit Financiële Markten, eveneens gemeld te worden.

Artikel 17

Een strafrechtelijke veroordeling als bedoeld in het voorgaande artikel dient gemeld te worden direct na het in kracht van gewijsde gaan van het vonnis. Een bestuurlijke boete als bedoeld in het voorgaande artikel dient uiterlijk gemeld te worden direct nadat een bestuursrechter in eerste aanleg uitspraak heeft gedaan en de boete geheel of gedeeltelijk in stand heeft gelaten. Indien een lid geen bezwaar respectievelijk beroep instelt en dus berust in de boetebeschikking opgelegd door een bestuursorgaan, is het lid verplicht de boete te melden direct na het verstrijken van de bezwaar- respectievelijk beroepstermijn.

Toelichting:

De melding van een werkgerelateerde bestuurlijke boete dient uiterlijk plaats te vinden direct nadat een bestuursrechter uitspraak heeft gedaan waarbij de boete geheel of gedeeltelijk in stand is gelaten.

Het maakt daarbij niet uit of er nog hoger beroep openstaat. Om te voorkomen dat boetes waartegen een lid niet in het geweer komt niet gemeld zouden hoeven worden, dient een lid dat geen bezwaar en/of beroep aantekent tegen de boetebeschikking, de boete te melden zodra de bezwaar- dan wel beroepstermijn is verstreken.

 Artikel 18

Het bestuur is bevoegd naar aanleiding van een melding als bedoeld in de artikelen 16 en 17 een onderzoek te laten instellen door een onafhankelijke derde. Een NOAB-lid is gehouden zijn medewerking te verlenen aan dit onderzoek en op verzoek afschriften van stukken uit het procesdossier te verschaffen. Het onderzoek kan voor het bestuur aanleiding zijn om een tuchtklacht tegen het betreffende lid in te dienen en eventueel het lidmaatschap hangende het onderzoek tijdelijk te schorsen. De kosten van dit onderzoek kunnen tot een bedrag gelijk aan de dan geldende jaarlijkse contributie aan het NOAB-lid in rekening worden gebracht.

Artikel 19

Een NOAB-lid verleent bij voorkeur geen diensten aan twee partijen die met elkaar in onderhandeling of conflict zijn. Wanneer een NOAB-lid dit, met voorafgaande toestemming van partijen, toch doet, zal hij er voortdurend voor moeten waken niet de belangen van de ene klant boven die van de andere klant te plaatsen. Een NOAB-lid die twee partijen dient zal voorts in ieder stadium van het adviseringstraject volledige openheid van zaken moeten geven aan beide klanten. Ingeval een situatie van ’conflict of interest’ dreigt te ontstaan, zal het betrokken NOAB-lid zich moeten beraden over zijn positie als adviseur van beide partijen.

Toelichting:

Een veel voorkomende situatie. Denk bijvoorbeeld aan een vennootschap waarbij de vennoten, tevens echtgenoten, in een vechtscheiding geraken. Voor je het weet handel je als adviseur in strijd met je geheimhoudingsplicht en word je meegetrokken als partij in een juridisch conflict. Indien sprake is van een ‘conflict of interest’ dien je de adviesrelatie met één of beide klanten (tijdelijk) te beëindigen, tenzij beide klanten te kennen geven geen bezwaar te hebben dat de relatie voor één van hen of beiden wordt voortgezet.

Artikel 20

Een NOAB-lid onderhoudt zijn vakkennis en houdt ontwikkelingen op zijn vakgebied en beroepsuitoefening bij, zodat zijn kennis en vaardigheden die vereist zijn voor de uitoefening van zijn beroep actueel en op niveau blijven. Hij neemt kennis van het NOAB PE-reglement en zal zich daar naar richten.

Artikel 21

  1. Een NOAB-lid dat een opdracht beëindigt of kort geleden heeft beëindigd verstrekt op verzoek van de (voormalige) klant – welk verzoek al dan niet via de nieuwe adviseur kan worden geleid – inlichtingen, en zo nodig afschriften van stukken, niet zijnde interne dossiernotities. Daarbij houdt hij geen relevante inlichtingen of stukken achter, ook niet als daarom niet expliciet verzocht is. Voor het vervaardigen van afschriften kan hij, na daarover vooraf overleg te hebben gepleegd met de nieuwe adviseur, een redelijke vergoeding in rekening brengen. Relevante correspondentie die de overdragende adviseur na de overdracht van instanties heeft ontvangen stuurt deze zo spoedig mogelijk door aan de nieuwe adviseur.
  2. Een NOAB-lid is bevoegd afgifte van zaken op te schorten totdat de klant aan zijn verplichting tot vergoeding van openstaande declaraties, daaronder begrepen daarover verschuldigde rente en kosten, alsmede aan zijn verplichting tot vergoeding van schade aan opdrachtnemer in het kader van de betrokken rechtsverhouding geleden heeft voldaan, dan wel daarvoor een in het bancair verkeer genoegzaam geachte zekerheid, bijvoorbeeld een onherroepelijke bankgarantie heeft gesteld.
  3. Onder de zaken genoemd in lid 2 worden uitstluitend begrepen boeken, bescheiden, stukken, administratieve gegevens en andere gegevens(dragers) welke tot stand zijn gebracht ten aanzien van het uitvoeren van de opdracht.
  4. Onder de zaken genoemd in lid 2 worden in ieder geval niet begrepen originele stukken die eigendom zijn van de (voormalige) klant.
  5. De opschorting van afgifte genoemd in lid 2 vindt niet plaats als door de opschorting dermate schade ontstaat bij de klant dat die niet in redelijke verhouding staat met de nog openstaande declaraties.

Toelichting:

Een NOAB-lid dient, indien de klant dit wenst, loyaal mee te werken aan de overdracht en alle relevante informatie te verstrekken die noodzakelijk is voor een goede behartiging van de belangen van de klant door de nieuwe adviseur. Zo nodig verstrekt de NOAB-lid (nogmaals) afschriften van stukken indien deze bij de klant zijn zoekgeraakt en de nieuwe adviseur deze nodig heeft voor zijn werkzaamheden. Onder een redelijke vergoeding wordt verstaan een vergoeding voor kopieën en porto op basis van kostprijs, alsmede een redelijke vergoeding voor de arbeidstijd gemoeid met het doornemen van het dossier en het maken en verzenden van kopieën.

De in dit artikel verwoorde ‘retentierecht’ is dynamisch van aard en de reikwijdte wordt bepaald door de jurisprudentie. Disproportioneel gebruik van het retentierecht kan leiden tot aansprakelijkheid voor de daardoor ontstane schade.

Artikel 22

Indien een NOAB-lid bij het aanvaarden van de opdracht een schatting geeft van de totale kosten gemoeid met het uitvoeren van de specifieke opdracht en deze schatting gaande de opdracht aanmerkelijk dreigt te worden overschreden, treedt het lid in overleg met de klant over de voortzetting van de opdracht.

Toelichting:

Wanneer duidelijk wordt dat de geschatte kosten aanmerkelijk zullen worden overschreden is het van belang in overleg te treden met de klant, zodat deze kan bezien of hij bereid is de extra kosten te maken.

Artikel 23

Een NOAB-lid is verplicht zich in zijn werkzaamheden te richten naar het ‘Voorschrift kwaliteitsbeheersing NOAB’.

Artikel 24

Een NOAB-lid zal toezien op en wordt verantwoordelijk gehouden voor de gedragingen van zijn medewerk(st)ers, medevennoten en maten binnen de organisatie, opdat dezen niet in strijd handelen met deze gedrags- en beroepsregels.