Recht op studiefinanciering?

Vanaf het studiejaar 2015-2016 kunnen mensen die recht hebben op studiefinanciering hun kosten voor boeken, les of collegegeld niet meer aftrekken in hun aangifte inkomstenbelasting.
Dit is een gevolg van de’ Wet studievoorschot hoger onderwijs’ dat door de Eerste Kamer (Kamerstuk 34 035) is aangenomen. Hierdoor zijn de belastingregels voor de aftrek van studiekosten veranderd.
Mensen die studeren aan het middelbaar beroepsonderwijs (MBO), hoger beroepsonderwijs (HBO) of wetenschappelijk onderwijs (WO) en die recht hebben op studiefinanciering, kunnen hun studiekosten vanaf het studiejaar 2015-2016 niet meer aftrekken.
Mensen die studeren aan de hiervoor genoemde instellingen en die geen recht op studiefinanciering, behouden hun aftrekrecht wel.

Commentaar:
Studenten (mbo, hbo en wo) met aanspraak op studiefinanciering hebben in het huidige stelsel in beginsel ook recht op aftrek van scholingsuitgaven in de inkomstenbelasting.
Aftrek is mogelijk indien de aftrekbare studiekosten hoger zijn dan de bedragen aan basis- en aanvullende beurs waar men aanspraak op heeft (met inachtneming van de aftrekdrempel van € 250).
In de praktijk komt van de groep met aanspraak op een basisbeurs en/of aanvullende beurs, slechts een deel van de studenten aan aftrek toe als gevolg van de aanspraak op studiefinanciering.
Het gaat dan voornamelijk om thuiswonende studenten zonder of met een beperkte aanvullende beurs.
Deze studenten kunnen de aftrek overigens alleen direct verzilveren als er sprake is van voldoende inkomsten, en dat is vaak niet het geval.
Overige studenten met een aanspraak op basisbeurs en/of aanvullende beurs komen in de praktijk niet aan aftrek toe.
Daarnaast is er de groep met aanspraak op studiefinanciering die langer studeert dan de nominale studieduur en daarom geen aanspraak meer heeft op een basisbeurs en/of aanvullende beurs. Ook deze groep komt in beginsel voor aftrek in aanmerking,
Het totale budgettaire beslag van deze groepen met aanspraak op studiefinanciering op de regeling leidt met € 41 miljoen tot 14% van het totale budgettaire beslag van de aftrek scholingsuitgaven.
De aftrekmogelijkheden voor de eerstgenoemde groep studenten met aanspraak op een basisbeurs en/of aanvullende beurs zullen veranderen door invoering van het studievoorschot.
De student heeft daardoor immers niet langer aanspraak op studiefinanciering in de vorm van een basisbeurs.
Dit betekent dat deze studenten recht zouden krijgen op een hogere aftrek van scholingsuitgaven, waardoor fiscale weglek ontstaat (de belastingontvangsten dalen).
De weglek zou structureel € 155 miljoen bedragen.
Om de beoogde budgettaire opbrengst van het studievoorschot ten volle te kunnen benutten voor het hoger onderwijs, is in het regeerakoord vastgelegd dat fiscale weglek wordt voorkomen.
Dit kan door alle studenten met aanspraak op reguliere studiefinanciering, in welke vorm dan ook, voor de betreffende studie niet langer recht te geven op aftrek van scholingsuitgaven. Daarmee vervalt de huidige aftrekmogelijkheid.
Binnen de fiscale aftrek van scholingsuitgaven wordt geen onderscheid gemaakt naar soort of niveau van de opleiding.
Daarom wordt de fiscale aftrek voor scholingskosten zowel voor hbo- als voor mbo-studenten die aanspraak hebben op reguliere studiefinanciering afgeschaft.